Dinsdag Nisan 12

Vandaag wordt specifiek genoemd in Markus 14 vers 1: Het is twee dagen voor Pesach. Vandaag, gisteren en woensdag overdag zullen dagen zijn waarin Jezus in en rond de Tempel onderwijs geeft en op verschillende momenten een geschil heeft met de afgevaardigden van het Sanhedrin. Deze proberen Jezus te vangen op een fout. Onderwerpen als de keizer (zie Lukas 20 vers 20 tot 26), de wet (zie Mattheus 22 vers 34 tot 40), leven na de dood ( zie Lukas 20 vers 27 tot 40) worden hiervoor gebruikt. In de avond eet Jezus bij Simon de Melaatse. Hier wordt Hij voor de tweede maal gezalfd. Deze keer over zijn hoofd, zoals iemand tot koning gezalfd wordt.


Mattheus 26 vers 6 tot 12

Toen Jezus in Bethanië was, in het huis van Simon de melaatse, kwam er een vrouw naar Hem toe die een albasten fles met zeer kostbare zalf had; en zij goot die uit op Zijn hoofd terwijl Hij aanlag. Toen Zijn discipelen dat zagen, waren zij verontwaardigd en zeiden: Waartoe deze verkwisting? Deze zalf had immers duur verkocht kunnen worden en de opbrengst aan de armen gegeven. Maar Jezus, Die dit merkte, zei tegen hen: Waarom valt u deze vrouw lastig? Want zij heeft een goed werk aan Mij verricht. De armen hebt u immers altijd bij u, maar Mij hebt u niet altijd. Want toen zij deze zalf op Mijn lichaam goot, deed zij dat als voorbereiding op Mijn begrafenis.


Vandaag lezen we voor de tweede keer dat Jezus gezalfd wordt. Voor de tweede keer komt er commentaar op. Het is verkwisting. Het geld kon beter aan de armen gegeven worden.

Beide vrouwen willen iets voor Jezus doen. Beiden komen er op uit om kostbare zalf te kopen en Hem er mee te zalven. De eerste keer, van Maria, was een jaarsalaris waard. De tweede zal hetzelfde zijn. Beiden deden het zonder aarzeling. Het was het waard voor hen. Voor de omstanders was het verspilling.

Misschien had het geld beter ingezet kunnen worden. Misschien had het meer mensen kunnen bereiken. Maar daar gaat het niet om. Voor beide vrouwen was Jezus zo veel waard dat ze zonder aarzelen zalf ter waarde van een jaarsalaris over hem uitgoten. Anderen vonden het verkwisting.

Even los van wat je allemaal met dat geld had kunnen doen (een auto kopen, een lange en verre vakantie boeken, om maar wat concreets te noemen). Ze vonden het te duur. Maar waar zou Jezus dan mee gezalfd moeten worden? Hoeveel mag die zalf dan wèl kosten? Of is die zalf al verkwisting, zelfs als het goedkoop is?

Voor die vrouwen was Jezus het waard om zoveel geld over uit te gieten. Waarschijnlijk was het alles wat ze bezaten, en dan nog wat meer. Maar voor de anderen had het niet zo extravagant gehoeven. Voor de vrouwen was Jezus alles waard. Voor die anderen had het ook wat minder mogen zijn. En voor ons?

Hoeveel is Jezus ons waard?

Wat ben jij bereid Hem te geven?

Wat betekent Hij voor je?

Plaats een reactie