De drie pilaren


Mattheus 6 vers 1 tot 8 en vers 16 tot 18

Wees op uw hoede dat u uw liefdegave niet geeft in tegenwoordigheid van de mensen om door hen gezien te worden; anders hebt u geen loon bij uw Vader, Die in de hemelen is. Wanneer u dan een liefdegave geeft, laat het niet voor u uitbazuinen, zoals de huichelaars in de synagogen en op de straten doen, opdat zij door de mensen geëerd zouden worden. Voorwaar, Ik zeg u: Zij hebben hun loon al. Maar als u een liefdegave geeft, laat dan uw linkerhand niet weten wat uw rechterhand doet, zodat uw liefdegave in het verborgene zal zijn; en uw Vader, Die in het verborgene ziet, zal het u in het openbaar vergelden.

En wanneer u bidt, zult u niet zijn als de huichelaars; want die zijn er zeer op gesteld om in de synagogen en op de hoeken van de straten te staan bidden om door de mensen gezien te worden. Voorwaar, Ik zeg u dat zij hun loon al hebben. Maar u, wanneer u bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bid tot uw Vader, Die in het verborgene is; en uw Vader, Die in het verborgene ziet, zal het u in het openbaar vergelden. Als u bidt, gebruik dan geen omhaal van woorden zoals de heidenen, want zij denken dat zij door de veelheid van hun woorden verhoord zullen worden. Word dan aan hen niet gelijk, want uw Vader weet wat u nodig hebt, voordat u tot Hem bidt.

En wanneer u vast, toon dan geen droevig gezicht, zoals de huichelaars. Zij vervormen namelijk hun gezicht, zodat zij door de mensen gezien worden als zij vasten. Voorwaar, Ik zeg u dat zij hun loon al hebben. Maar u, als u vast, zalf dan uw hoofd en was uw gezicht, zodat het door de mensen niet gezien wordt als u vast, maar door uw Vader, Die in het verborgene is; en uw Vader, Die in het verborgene ziet, zal het u in het openbaar vergelden.


De tekst hierboven gaat over wat ze noemen de drie pilaren van het Joods geloof. Het klinkt als een uiting van religie, een religieuze uiting, geen daad van geloof. Maar Jezus verbiedt ze niet. Hij geeft alleen aan dat ze voor de juister redenen gedaan moeten worden: voor God, zelfs als niemand ze ziet.

Zulke “pilaren” ontstaan snel in je geloofsleven. Als ik naar mezelf kijk zou ik de volgende kunnen noemen:

  1. Mijn stille tijd, tijd van bijbellezen en gebed
  2. Mijn avonden in de groeigroep, een groep vanuit de kerk.
  3. Mijn tijd van voorbede.
  4. Mijn giften.

Er zijn nog wel meer dingen die ik doe, maar dit zijn dingen die ik in ieder geval direct in verband breng met mijn geloof.

De vraag is elke keer weer voor mij: staat God hierin centraal?

Plaats een reactie